ORGANISATORIES PLATFORM VAN DE REVOLUTIONAIRE ANARCHISTEN

Opbouwend gedeelte

 

De eerste dag van de sociale revolutie

Het fundamentele doel van de strijdende arbeiders is het door middel van de revolutie vestigen van een vrije, naar gelijkheid strevende, anarchistiese maatschappij die berust op het principe: "ieder naar zijn kunnen en behoeven". Deze maatschappij zal er echter niet vanzelf komen, maar uitsluitend door de kracht van de geweldige sociale beroering. De vestiging zal zich voordoen als een min of meer langdurig sociaal-revolutionair proces, gebaand door georganiseerde zegevierende arbeidersgroepen. Onze taak is het, de weg van dit proces nu al te wijzen en de praktijken en konkrete problemen die zich aan de arbeiders zullen voordoen vanaf de eerste dag van de sociale revolutie te formuleren. Het lot van de revolutie hangt af van een juiste oplossing van die problemen.

Het spreekt vanzelf dat de vestiging van de nieuwe maatschappij slechts mogelijk zal zijn na de overwinning van de arbeiders op het huidige kapitalistiese bourgeoissysteem en zijn handlangers. Het is onmogelijk aan de opbouw van een nieuwe ekonomie en van nieuwe sociale verhoudingen te beginnen, zolang de macht van de staat die het regime van slavernij in stand houdt niet is gebroken en zolang de arbeiders en boeren niet de industriële en agrariese ekonomie van het land in handen hebben. Het is dan ook de allereerste taak van de sociale revolutie het staatsbestel van de kapitalistiese maatschappij te vernietigen, de bourgeoisie en in het algemeen alle maatschappelijk bevoorrechten de machtsmiddelen te ontnemen en alom de wil van het opstandige proletariaat op te leggen zoals uitgedrukt in de fundamentele beginselen van de sociale revolutie. Dit destruktieve en strijdbare aspekt van de revolutie is noodzakelijk om de weg vrij te maken voor de opbouwende taken die de zin en de betekenis van de sociale revolutie uitmaken. Deze taken zien er als volgt uit: 1. de oplossing in revolutionair anarchistiese zin van het probleem van de industriële produksie; 2. een overeenkomstige oplossing van het agrariese vraagstuk; 3. de oplossing van het konsumpsie-vraagstuk (de bevoorrading).

De produksie

Rekening houdend met het feit dat de industrie van een land het resultaat is vande inspanningen van verscheidene generaties van arbeiders en dat de diverse takken van industrie nauw met elkaar zijn verbonden, beschouwen wij de gehele huidige produksie als een grote produksiewerkplaats, die volledig toebehoort aan alle arbeiders gezamenlijk en aan niemand in het biezonder. Het produksiemechanisme behoort in zijn geheel beschouwd aan de gehele arbeidersklasse. Deze stelling bepaalt het karakter en de vorm van de nieuwe produksie. In zijn geheel beschouwd: dat wil zeggen dat de produkten die door de arbeiders gemaakt worden aan allen toebehoren. Deze produkten, van welk aard ook, vormen de basis voor de bevoorrading van de arbeiders, waarvan ieder die deelneemt aan de nieuwe produksie datgenen zal ontvangen wat hij nodig heeft, op basis van gelijkheid voor allen. Het nieuwe produksiesysteem schaft het loonstelsel en de uitbuiting in al hun vormen af en voert daarvoor in de plaats het principe van broederlijke en solidaire samenwerking tussen arbeiders in. De middenklasse, die in de moderne kapitalistiese maatschappij bemiddelende en niet-produktieve funksies bekleedt - handel e.d. - moet, evenals de bourgeoisie, deelnemen aan de nieuwe produksie op dezelfde voorwaarde als andere arbeiders. Zoniet, dan plaatsen deze klassen zichzelf buiten de arbeidsmaatschappij.

Er zullen geen bazen zijn, noch ondernemers, noch eigenaars, noch staats-eigenaars (zoals het geval in de bolsjewistiese staat). De bestuursfunkties in de nieuwe produksie zullen bekleed worden door administratieve lichamen die speciaal daartoe door de arbeiders worden opgericht: arbeidersraden, fabrieksraden en fabrieks- of ondernemingsbesturen. Deze lichamen zijn onderling verbonden op gemeentelijk, distriks- en landelijk nivo en zullen evenzo gemeentelijke, distriks- en uiteindelijk algemene en federale administratieve instellingen vormen. Ontworpen door de massa en voortdurend onder haar kontrole en invloed zullen zij ook voortdurend worden vernieuwd en aldus de idee van werkelijk zelfbestuur van de massa verwezenlijken. De verenigde produksie waarvan de middelen en de produkten aan allen toebehoren, die het loonstelsel heeft vervangen door het principe van kameraadschappelijke samenwerking en die rechtsgelijkheid heeft ingesteld voor alle producenten; de produksie die geleid wordt door arbeiders-bestuurslichamen, gekozen door de massa: dat is de eerste werkelijke stap op weg naar de verwezenlijking van het revolutionaire anarchisme.

De konsumpsie

Het konsumpsie-vraagstuk zal zich tijdens de revolutie in twee vormen aandienen: het onderzoek naar konsumptiegoederen en de verdeling ervan. De oplossing van de problemen bij de verdeling is vooral afhankelijk van de hoeveelheid voorhanden zijnde produkten en de aard ervan. De sociale revolutie, die de rekonstruktie van de gehele huidige sociale gang van zaken op zich neemt, verplicht zich zorg te dragen voor ieders levensbenodigdheden. De enige uitzondering vormt de groep van de pzettelijke niet-werkers, die om kontra-revolutionaire redenen weigeren deel te nemen aan de nieuwe produksie. Maar in het algemeen wordt de behoeftenbevrediging van de bevolking gewaarborgd door de algemene konsumpsievoorraad. Mocht de hoeveelheid produkten niet toereikend zijn, dan worden de produkten verdeeld naar de grootste behoefte: kinderen, zieken en werkende gezinnen gaan voor. Een veel moeilijker probleem zal de organisatie van de konsumpsievoorraad op zich zijn. Ongetwijfeld zullen de steden tijdens de eerste dagen van de revolutie niet de beschikking hebben over alle onontbeerlijke levensprodukten voor de gehele bevolking. Terzelfdertijd zullen de boeren een overschot aan produkten hebben die de stedelingen missen. De revolutionaire anarchisten twijfelen geen ogenblik aan het wederzijdse karakter van de betrekkingen tussen stad en land. Zij zijn van mening dat de sociale revolutie niet anders kan worden gerealiseerd dan door de gezamenlijke inspanningen van arbeiders en boeren. De oplossing van het probleem van de konsumpsie tijdens de sociale revolutie zal dan ook slechts mogelijk zijn wanneer deze beide kategorieën arbeiders hecht en in revolutionaire broederschap zullen samenwerken. Om deze samenwerking tot stand te brengen, moet de werkende klasse in de steden onmiddellijk nadat zij de produksie in handen heeft genomen zorgen voor de leniging van uit deze produksie te dekken levensbehoeften van het platteland. Deze vormen van solidariteit van de arbeiders met de boeren zullen bij de boeren hetzelfde gebaar oproepen, zodat zij op hun beurt voorzien in de plattelandsprodukten voor de steden, in de eerste plaats uiteraard de voedingsmiddelen. Deze koöperaties van arbeiders en boeren zullen de eerste organen zijn die de ekonomiese bevoorrading zullen veiligstellen. Deze koöperaties zullen zich op den duur ontwikkelen tot permanente bevoorradingsorganen. Een dergelijke oplossing van het bevoorradingsvraagstuk stelt het proletariaat in staat een permanente voorraad aan te leggen die op gunstige en beslissende wijze effekt zal sorteren op het lot van de gehele nieuwe produksie.

De grond

De werkende boeren - die niet profiteren van andermans zwoegen - en het bezoldigde plattelandsproletariaat zien wij als belangrijkste revolutionaire en kreatieve krachten in de oplossing van de agrariese kwestie. Zij zullen een nieuwe bewerking van de grond tot stand moeten brengen teneinde deze in revolutionair anarchistiese zin aan te wenden en te exploiteren. Evenals de industrie is de grond het resultaat van de gezamenlijke inspanningen, bewerking en kultivering door opeenvolgende generaties van arbeiders. De grond behoort dan ook aan het gehele werkzame volk en aan niemand afzonderlijk. Als gemeenschappelijk en onvervreemdbaar bezit kan de grond dus niet worden gekocht, verkocht of verpacht: grond kan niet dienen om andermans werk uit te buiten. De grond is ook een soort gezamenlijke volkswerkplaats waar de arbeiders levensmiddelen produceren. Maar het is een type werkplaats waar elke arbeider (boer) er, door bepaalde historiese omstandigheden, aan gewend is geraakt zijn werk zelfstandig te doen, onafhankelijk van andere arbeiders. Terwijl voor de industrie de kollektieve arbeidsmetode wezenlijk noodzakelijk is en feitelijk de enig mogelijke metode, gaat dat niet op voor de landbouw in onze dagen. De meeste boeren bewerken het land met hun eigen middelen. Daarom zal, zodra de grond en de exploitatiemiddelen aan de boeren behoren, de kwestie van vruchtgebruik en exploitatiemogelijkheden (gezamenlijk of prive) niet dadelijk en niet definitief kunnen worden opgelost. Aanvankelijk zal men zowel tot de ene als de andere mogelijkheid zijn toevlucht nemen. De revolutionaire boeren zullen tenslotte zelf de definitieve vorm van exploitatie en vruchtgebruik van de grond vinden. In deze aangelegenheid isgeen enkele pressie van buitenaf mogelijk.

Aangezien we van mening zijn dat uitsluitend de anarchistiese samenleving - in naam waarvan immers de sociale revolutie plaatsvindt - de arbeiders uit hun slavernij kan bevrijden en hen de totale vrijheid & gelijkheid brengt; aangezien de boeren de overgrote meerderheid van de bevolking vormen (in Rusland ongeveer85%) en het door de boeren ingestelde landbouwbeheer dus de beslissende faktor in het verloop van de revolutie zal zijn; aangezien tenslotte prive-beheer in de landbouw, evenals prive-industrie onverbiddelijk leidt tot prive-eigendom en opbloei van het kapitaal, zal het niettemin onze plicht zijn vanaf dit moment al het mogelijke te doen om de landbouwkwestie zo goed mogelijk in kollektieve zin op te lossen. Met dit doel voor ogen moeten wij vanaf heden de kollektieve agrariese ekonomie krachtig propageren onder de boeren. De oprichting van een specifiek anarchistiese boerenbond zal deze taak wellicht vergemakkelijken. Ook de techniese vooruitgang zal van enorm belang blijken te zijn, waar immers de ontwikkeling van de landbouw hand in hand met die van de industrie de kollektivisering zal vergemakkelijken. Als de arbeiders in hun relatie met de boeren niet individueel of in aparte groepen, maar in een breed anarchisties kollektief optreden dat alle takken van industrie omvat, als zij daarnaast rekening houden met de levensbehoeften van het platteland en als zij elk dorp gelijktijdig de alledaagse gebruiksvoorwerpen, gereedschappen en machines leveren die nodig zijn voor een kollektieve exploitatie van de grond, dan zou dat de boeren zeker een goede impuls (geven) op weg naar het anarchisme in de landbouw.

De verdediging van de revolutie

Het vraagstuk van de verdediging van de revolutie heeft ook betrekking op het probleem van "de eerste dag". Het machtigste middel ter verdediging van de revolutie is uiteraard de gelukkige oplossing van de positieve aangelegenheden: produksie, konsumptie, grond. Wanneer deze kwesties eenmaal doeltreffend zijn geregeld, zal geen enkele kontra-revolutionaire macht de vrije arbeidersmaatschappij kunnen veranderen of doen wankelen. Niettemin zullen de arbeiders ondanks alles een harde strijd moeten leveren tegen de vijanden van de revolutie. De sociale revolutie, die de voorrechten en zelfs het bestaan van de niet-werkende klassen in de huidige maatschappij bedreigt, lokt onvermijdelijk bij deze klassen een wanhopig verzet uit, dat de vorm zal aannemen van een hardnekkige burgeroorlog. De russiese ervaring heeft ons geleerd dat zo'n burgeroorlog geen kwestie van maanden maar veeleer van jaren zal zijn. Hoe geslaagd de eerste revolutionaire stappen van de arbeiders ook zullen zijn, de overheersende klassen zullen niettemin nog heel lang verzet plegen. Zij zullen jarenlang keer op keer de aanval inzetten tegen de revolutie om te trachten macht en voorrechten van weleer te herroveren. Een omvangrijk leger, techniek en strategie van de militairen, kapitaal, - alles zal tegen de zegevierende arbeiders in stelling worden gebracht.

Om de overtuigingen niet alleen te kunnen behalen maar ook te behouden, moeten de arbeiders revolutionaire verdedigingsorganen in het leven roepen die tegenover de reaktionaire aanval een strijdbare en op deze taak berekende macht zullen kunnen stellen. De eerste dagen van de revolutie zal deze strijdmacht gevormd moeten worden door alle gewapende arbeiders en boeren. Maar deze spontaan gevormde macht zal alleen de eerste dagen van waarde zijn. In dit stadium heeft de burgeroorlog haar hoogtepunt nog niet bereikt en hebben de strijdende partijen nog geen gedisciplineerde militaire organisaties op de been kunnen brengen. In de sociale revolutie is het meest kritieke moment niet het moment waarop het gezag onderdrukt zal zijn, maar het moment direkt daarop, wanneer de strijdkrachten van het verslagen regime een algemene aanval zullen inzetten tegen de arbeiders: dan komt het er op aan de behaalde overwinningen te waarborgen. Het eigen karakter van dit offensief, techniek en ontwikkeling van de burgeroorlog, verplichten de arbeiders bepaalde revolutionaire militaire machten te organiseren. De aard en uitgangspunten van deze formaties moeten tevoren worden bepaald.

Omdat wij de autoritaire metoden van de staat afwijzen, verwerpen wij uiteraard eveneens de militaire organisatiewijze van de staat, dus het principe van een op militaire dienstplicht gebaseerde strijdkracht. De vrijwillige dienst is wel in overeenstemming met de anarchistiese opvattingen en deze (moeten) het uitgangspunt zijn voor de militaire arbeidersformaties. De detachementen opstandige partizanen - arbeiders en boeren - die de strijd tijdens de russiese revolutie hebben aangevoerd, kunnen als voorbeeld worden genoemd. De vrijwillige dienst kan evenwel niet opgevat worden als een ongekoordineerde strijd van detachementen arbeiders en boeren tegen de plaatselijke vijand, waarbij niet volgens een vast aksieplan zou worden gehandeld en iedereen naar eigen goeddunken en met risiko's en gevaren voor eigen leven zou optreden. De aksie en de taktiek van de partizanen moeten in de loop van hun volledige ontplooiing worden bepaald door een gezamenlijke revolutionaire strategie. Als elke oorlog kan de burgeroorlog alleen dan met succes door de arbeiders worden gevoerd als wordt uitgegaan van de twee aan elke militaire aksie ten grondslagliggende principes: eenheid in het krijgsplan en eenheid in het gezamenlijk kommando. Het meest kritieke moment in de revolutie zal het moment zijn waarop de bourgeoisie met een georganiseerde macht tegen de revolutie zal oprukken. Dit moment dwingt de arbeiders hun toevlucht te nemen tot de beginselen van de militaire strategie. Aldus moeten de gewapende formaties van de revoluties, gezien de noodzaok van een militaire strategie en gezien ook de strategie van de kontra-revolutie, zonder talmen opgaan in een algemeen revolutionair leger, met een gezamenlijk kommando en een gezamenlijk krijgsplan. Konkreet zullen de volgende uitgangspunten aan dit revolutionaire leger ten grondslag liggen: 1. het klasse-karakter van het leger; 2. de vrijwillige dienst (elke vorm van dwang ten aanzien van het revolutionaire verdedigingswerk zal absoluut uitgesloten zijn); 3. de vrije revolutionaire (zelf-)discipline (de vrijwillige dienst en de revolutionaire zelfdiscipline gaan voortreffelijk samen en versterken het revolutionaire leger in moreel opzicht meer dan in welk staatsleger ook); 4. de volledige ondergeschiktheid van het revolutionaire leger aan de arbeiders en boeren (in de vorm van de verenigde organisaties van arbeiders en boeren, die door de massa op de essentiële posten van het sociale en ekonomiese leven zijn gezet). De organisatie ter verdediging van de revolutie die is belast met de taak de kontra-revolutie te bestrijden - zowel op de open krijgsfronten als op de inwendige fronten van de burgeroorlog (komplotten van de bourgeoisie, kontra-revolutionaire samenzweringen, etc.) - zal volledig ten diepste zijn van de organisaties van arbeiders en boeren en de aldaar uitgestippelde politieke lijn.

Dat het leger volgens anarchistiese beginselen op de been moet worden gebracht, wil niet zeggen dat het leger op zich een principiële kwestie vormt. Het leger is de konsekwentie van de militaire strategie tijdens de revolutie, een strategiese maatregel die de arbeiders wel moeten nemen op grond van het karakter van de burgeroorlog. Een maatregel dan ook, die vanaf nu onze volle aandacht en terdege studie verdient om een onherstelbare achterstand in de bescherming en verdediging van de revolutie te voorkomen, want vertragingen in de eerste dagen van de burgeroorlog kunnen funest blijken te zijn voor het verloop van de hele sociale revolutie.


Naar Organisatories gedeelte

Index