Voorwoord
Dit pamflet werd in 1926 gepubliceerd door een groep verbannen Russische anarchisten in Frankrijk, de Dielo Trouda-groep (Arbeidersbelang). Het is niet voortgekomen uit een of andere academische studie maar uit hun ervaringen in de Russische Revolutie van 1917. Ze hadden deelgenomen aan het omverwerpen van de heersende klasse, waren deel geweest van het opbloeien van de arbeiders- en boerenzelforganisatie, hadden het wijdverspreide optimisme gedeeld over een nieuwe wereld in socialisme en vrijheid - en ze hadden het bloedige in de plaats ervan komen gezien van Staatskapitalisme en de dictatuur van de Bolsjewistische Partij.
De Russische anarchistische beweging had een verre van verwaarloosbare rol gespeeld in de revolutie. Er waren op dat moment ongeveer 10.000 actieve anarchisten in Rusland, zonder de Makhno-beweging in de Oekraïne erbij te rekenen. Er zaten minstens vier anarchisten in het door de Bolsjewieken gedomineerde Militair Revolutionair Comité dat de machtsgreep van oktober in gang schoot. Belangrijker is dat de anarchisten betrokken waren bij de fabriekscomités die uit de grond schoten na de Februarirevolutie. Die hadden hun basis op de werkvloer, verkozen door massavergaderingen van de arbeiders en toebedacht met de rol van het overzicht van het draaien van de fabriek en de coördinatie met andere werkplaatsen in dezelfde industrie of regio. De anarchisten waren specifiek invloedrijk bij de mijnwerkers, dokwerkers, postpersoneel, bakkers en speelden een belangrijke rol op de Al-Russische Conferentie van Fabriekscomités, die bijeenkwam in Petrograd aan de vooravond van de revolutie. De anarchisten beschouwden deze comités als de basis voor het na de revolutie in te luiden zelfbeheer.
Desondanks bleven de revolutionaire geest en eenheid van Oktober 1917 niet lang bewaard. De Bolsjewieken waren erop gebrand alle krachten aan de linkerzijde te onderdrukken die zij zagen als obstakels op weg naar de "één-partij-macht". De anarchisten en sommige anderen aan de linkerzijde geloofden dat de werkende klasse in staat was de macht uit te oefenen via hun eigen comités en sovjets (raden met verkozen vertegenwoordigers). De Bolsjewieken niet. Zij brachten naar voor dat de arbeiders nog niet in staat waren om hun lot in eigen handen te nemen en daarom zouden de Bolsjewieken zelf de macht nemen als "tijdelijke maatregel" gedurende "de overgangsperiode". Dit gebrek aan vertrouwen in de capaciteiten van het gewone volk en de autoritaire greep naar de macht zou leiden naar het verraad aan de belangen van de werkende klasse, en al haar hoop en dromen.
In april 1918 werden de anarchistische centra in Moskou aangevallen, 600 anarchisten gevangen gezet en tientallen vermoord. Het excuus was dat de anarchisten "oncontroleerbaar" waren, wat dat ook moge betekend hebben behalve dat ze simpelweg weigerden om de Bolsjewistische te gehoorzamen. De echte reden was de oprichting van de Zwarte Wachten, opgezet om de brutale provocaties en misbruiken van de Tsjeka (voorloper van de KGB) tegen te gaan.
De anarchisten moesten beslissen waar ze stonden. Een deel werkte samen met de Bolsjewieken, en sloot zich bij hen aan vanuit een nood aan efficiëntie en eenheid tegenover de reactie. Een ander deel vocht hard om de verworvenheden van de revolutie te verdedigen tegen wat zij heel correct zagen als wat zich zou ontwikkelen tot een nieuwe heersende klasse. De Makhnobeweging in de Oekraïne en de opstand van Kroonstad waren de laatste belangrijke gevechten. In 1921 was de anti-autoritaire revolutie dood. Deze nederlaag woog diep en langdurig op de internationale arbeidersbeweging.
Het was de hoop van de auteurs dat zo een ramp niet opnieuw zou plaatsvinden. Als bijdrage daartoe schreven zij wat bekend zou worden als "Het Platform". Het kijkt naar de lessen van de Russische Anarchistische beweging, haar falen om een vertegenwoordiging binnen de arbeidersbeweging op te bouwen, groot en efficiënt genoeg om de tendens van de Bolsjewieken en andere politieke groepen die zich in de plaats van de werkers zelf wilden stellen tegen te gaan. Het zet de grove richtlijnen uiteen van hoe anarchisten zich zouden moeten organiseren, kortom hoe we efficiënt kunnen zijn.
Het verkondigde zeer simpele waarheden zoals de onmogelijkheid van een organisatie die groepen bevat met wederzijds tegengestelde en tegenstrijdige definities van anarchisme. Het maakte duidelijk dat we formeel afgesproken structuren nodig hebben met geschreven standpunten, de rol van vertegenwoordigers, de nood aan ledenbijdragen enzovoort; het soort structuren dat een grote en efficiënte democratische organisatie toelaat.
Toen het voor het eerst werd gepubliceerd kreeg het aanvallen te verduren van sommige van de bekendste anarchisten personaliteiten uit die periode zoals Errico Malatesta en Alexander Berkman. Zij beschuldigden het ervan "Slechts één stap van het bolsjewisme te staan" en een poging te zijn om het "anarchisme te bolsjewiseren". Die reactie was overdreven, maar zou gedeeltelijk kunnen komen door het voorstel tot een Algemene Unie van Anarchisten. De auteurs zeiden niet klaar en duidelijk wat de relatie zou zijn tussen deze organisatie en andere groepen anarchisten daarbuiten. Onnodig te zeggen dat er geen probleem zou moeten zijn in verband met aparte anarchistische organisaties die samenwerken op punten waar ze een gezamenlijke visie en strategie over hebben.
Het is evenmin een programma om "weg te bewegen van het anarchisme naar het libertair communisme", zoals zowel de critici als sommige latere voorstanders zeiden. Die twee termen zijn compleet inwisselbaar. Het was geschreven om duidelijk te maken dat het falen van de Russische anarchisten in hun theoretische verwarring lag; vandaar het gebrek aan nationale coördinatie, desorganisatie en politieke onzekerheid. Anders gezegd: inefficiëntie. Het is geschreven om een debat op gang te brengen binnen de anarchistische beweging. Het gaat niet in de richting van enig compromis met de autoritaire politiek, maar wel de levensnoodzakelijkheid om een organisatie te creëren die efficiënte revolutionaire activiteit combineert met fundamentele anarchistische principes.
Het is geen perfect programma op dit moment, en dat was het in 1926 ook niet. Het heeft zijn zwakheden. Sommige ideeën worden niet diep genoeg uitgewerkt, en het mag gezegd worden dat sommige belangrijke punten helemaal niet worden aangeraakt. Maar onthoud dat het een kort pamflet is en geen encyclopedie in 26 delen. De auteurs zeggen heel duidelijk in hun inleiding dat het niet een soort 'bijbel' is. Het is geen complete analyse of programma, het is een bijdrage tot een noodzakelijk debat - een goed uitgangspunt.
Mocht iemand de relevantie ervan vandaag betwijfelen, dan moet het gezegd dat de basisideeën van het "Platform" nog steeds geavanceerder zijn dan de heersende ideeën in de internationale anarchistische beweging. Anarchisten streven naar een betere wereld, dit pamflet toont ons sommige middelen die we daarbij nodig hebben.
Alan MacSimóin, 1989
On to Historische inleiding
Back to Index
Source: Workers Solidarity Movement
Return to The Nestor Makhno Archive
Other pages connected to this site: